Informatie over het woord parkeer (Afrikaans → Esperanto: parki)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingpar·keer

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
parkeer-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
parkerendegeparkeer

Voorbeelden van gebruik

Christo van Staden parkeer sy blou Opel langs Irene se huis.

Vertalingen

Deensparkere
Duitsparken
Engelspark
Esperantoparki; parkumi
Fransgarer; stationner
Nederlandsparkeren
Papiamentsparker; stashoná
Portugeesestacionar
Roemeensparca
Thaisจอด
Westerlauwers Friesparkeare; parkearje