Informasie oor die woord Weg (Duits → Esperanto: vojo)

Sinonieme: Bahn, Chaussee, Strecke, Straße

Uitspraak/veːk/
AfbrekingWeg
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagmanlik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefWegWegen
GenitiefWegs, WegesWegen
DatiefWeg, WegeWegen
AkkusatiefWegWegen

Voorbeelde van gebruik

Sie wollte den Weg in die Stadt verkürzen und ist über eine Nebenstraße gefahren.

Vertalinge

Afrikaanspad
Deensvej
Engelsroute; way; pathway
Engels (Ou Engels)weg; stræt; wise
Esperantovojo
Faroëesvegur
Finstie
Franschemin; route; voie
Hawaiïesala; ala hele; alanui
Hongaarsút
Italiaanscammino; corsia; pista; strada; via
Jamaikaanse Patoiswie; ruod
Jiddisjװעג
Kabiliesabrid
Katalaanscamí; carretera; via
Latynvia
LuxemburgsWee; Strooss
Maleisjalan
Nederduitsweg
Nederlandsweg
Noorsvei
Papiamentskaminda; karetera; ruta
Poolsdroga
Portugeescaminho; estrada; rumo; via
Roemeensdrum
Russiesдорога; путь
SaterfriesBoan; Dom; Skausee; Wai
Skotsgate; wey
Skots-Gaeliesrathad; slighe
Spaanscamino; vía
Srananpasi
Swahilibarbara; njia
Sweedsgång; stråt; väg
Thaiถนน; ทาง
Tsjeggiesdráha; cesta; metoda; postup; způsob; silnice
Turksyol
Walliesffordd; heol
Wes‐Frieswei; reed
Yslandsvegur