Informatie over het woord Anständigkeit (Duits → Esperanto: dececo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefAnständigkeit
GenitiefAnständigkeit
DatiefAnständigkeit
AccusatiefAnständigkeit

Vertalingen

Engelsappropriateness; decency; decorum; fitness
Esperantodececo
Nederlandsfatsoen; gepastheid; voegzaamheid; welvoeglijkheid; zedigheid; decorum
Portugeesdecência; decoro