Informatie over het woord pasko

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingpask·o

Verbuiging

Nominatiefpasko
Accusatiefpaskon

Vertalingen

DuitsPassahfest; jüdisches Osterfest
EngelsPassover
Nederlandsjoods pasen; paasfeest; pascha; pasen
SpaansPascua
WelsPasg
Westerlauwers Friespeaske