Informasie oor die woord bioloog (Nederlands → Esperanto: biologiisto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/bijoˈlox/
Afbrekingbio·loog
Geslagvroulik
Meervoudbiologen

Voorbeelde van gebruik

We hebben uw vraag voorgelegd aan een bioloog.
De biologen onderzochten de lijken.

Vertalinge

Afrikaansbioloog
Deensbiolog
DuitsBiologe
Engelsbiologist
Esperantobiologiisto; biologo
Italiaansbiologo
Papiamentsbiólogo
Portugeesbiólogo
Spaansbiólogo
Tsjeggiesbiolog
Wes‐Friesbiolooch