Informasie oor die woord roofdier (Nederlands → Esperanto: rabbesto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈrovdiːr/
Afbrekingroof·dier

Voorbeelde van gebruik

De dood heeft hem overvallen als een roofdier zijn prooi.
Ik neem aan dat er leeuwen en andere roofdieren hier in de buurt rondzwerven.

Vertalinge

Afrikaansroofdier
Engelsbeast of prey; predator
Esperantorabbesto; rabobesto
Faroëesránsdjór
Portugeesanimal carnívoro'besta‐fera
Sweedsrovdjur