Informasie oor die woord sandwich (Nederlands → Esperanto: sandviĉo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈsɛntʋɪtsj/
Afbrekingsand·wich

Voorbeelde van gebruik

Ze had ook geen sandwiches gemaakt voor bij de thee.
De volgende dag—natuurlijk had het niet geonweerd, ondanks de sombere voorspelling van Janus—maakten Mia en Lenie en Dot de sandwiches klaar.
Ik maakte een paar sandwiches en at ze op.

Vertalinge

Afrikaanstoebroodjie
Albaniessenduiç
Deenssandwich
DuitsSandwich
Engelssandwich
Esperantosandviĉo
Finsvoileipä
Franssandwich
Hongaarsszendvics
Katalaansentrepà; sandvitx
Papiamentssèntuich
Poolskanapka
SaterfriesSandwich
Spaansbocadillo; emparedado; sandwich
Tsjeggiesobložený chlebíček; sendvič
Turkssandviç