Informasie oor die woord taxichauffeur (Nederlands → Esperanto: taksiisto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtɑksisjoføːr/
Afbrekingtaxi·chauf·feur
Geslagmanlik
Meervoudtaxichauffeurs

Voorbeelde van gebruik

De Saint hielp Julie uit de taxi en ze was verbaasd toen hij de taxichauffeur betaalde in plaats van met hem terug te rijden.
De taxichauffeur was van het zeldzame soort: het zwijgzame.
Ten slotte ontdekte ze halverwege de straat, precies waar de taxichauffeur had gezegd, Dragon Alley.

Vertalinge

Afrikaanstaxidrywer; taxibestuurder
Deenstaxachauffør
Engelstaxidriver
Esperantotaksiisto
Hongaarstaxisofőr
Portugeesmotorista de táxi
Wes‐Friestasysjauffeur