Informasie oor die woord virus (Nederlands → Esperanto: viruso)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈviːrəs/, /ˈviːrɵs/
Afbrekingvi·rus

Voorbeelde van gebruik

Virussen zijn te klein om door een gewone microscoop gezien te kunnen worden.
De arts behandelde patiënten die met het dodelijke virus waren besmet.

Vertalinge

Afrikaansvirus
DuitsVirus
Engelsvirus
Esperantoviruso
Fransvirus
Nederduitsvirus
Papiamentsvirus
Portugeesvírus
Spaansvirus