Informasie oor die woord bebost (Nederlands → Esperanto: arbarokovrita)

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/bəˈbɔst/
Afbrekingbe·bost

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudbeboste
Onsydige enkelvoudbebost
Meervoudbeboste
Bepaaldbeboste
Partitiefbebosts

Voorbeelde van gebruik

Bijna zonder uitzondering waren de eilanden dicht bebost.
Er was niemand te zien en hij ging hen vlug voor naar de beboste vallei.

Vertalinge

Afrikaansbebos
Duitswaldbedeckt; waldüberzogen; waldig
Engelswooded; forested
Esperantoarbarokovrita; arbarkovrita