Informasie oor die woord verworgen (Nederlands → Esperanto: strangoli)

Sinonieme: choken, worgen, wurgen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈʋɔrɣə(n)/
Afbrekingver·wor·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verworg(ik) verworgde
(jij) verworgt(jij) verworgde
(hij) verworgt(hij) verworgde
(wij) verworgen(wij) verworgden
(jullie) verworgen(jullie) verworgden
(gij) verworgt(gij) verworgdet
(zij) verworgen(zij) verworgden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verworge(dat ik) verworgde
(dat jij) verworge(dat jij) verworgde
(dat hij) verworge(dat hij) verworgde
(dat wij) verworgen(dat wij) verworgden
(dat jullie) verworgen(dat jullie) verworgden
(dat gij) verworget(dat gij) verworgdet
(dat zij) verworgen(dat zij) verworgden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verworgverworgt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verworgend, verworgende(hebben) verworgd

Voorbeelde van gebruik

Hij kwam, na verloop van enige tijd, weer tot bewustzijn en verhaalde dat de dame die bij hem zat, hem in de slaap had overvallen en getracht had hem te verworgen, om de 6000 roebel die hij bij zich had, te stelen.

Vertalinge

Afrikaansverwurg
Deenskvæle
Engelsstrangle
Esperantostrangoli
Faroëeskvala; kyrkja
Latynastrangulare
Papiamentschoka
Portugeesestrangular
Spaansestrangular
Srananyokro
Sweedsstrypa
Turksboğazlamak; boğmak
Wes‐Frieswjirgje; wurgje