Informasie oor die woord aanhanger (Nederlands → Esperanto: postveturilo)

Sinoniem: aanhangwagen

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈanɦɑŋər/
Afbrekingaan·han·ger
Geslagmanlik
Meervoudaanhangers

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
aanhangertjeaanhangertjes

Voorbeelde van gebruik

De kropjes sla in de winkel waren uitverkocht, maar buiten op de aanhanger stonden een paar volle kisten die Piet op de markt had gekocht.
Vanwege de harde wind is de Markerwaarddijk afgesloten voor vrachtwagens en auto’s met aanhanger.

Vertalinge

Afrikaanssleepwa
DuitsAnhänger
Engelstrailer
Esperantopostveturilo
Fransbaladeuse; remorque
Portugeesreboque
SaterfriesAnhänger
Spaanscoche remolque; remolque
Tsjeggiespřívěs; vlek
Wes‐Friesoanhingwein