Informasie oor die woord participeren (Nederlands → Esperanto: partpreni)

Sinonieme: deelnemen, meedoen, meemaken, deelnemen aan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pɑrtisiˈperə(n)/
Afbrekingpar·ti·ci·pe·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) participeer(ik) participeerde
(jij) participeert(jij) participeerde
(hij) participeert(hij) participeerde
(wij) participeren(wij) participeerden
(jullie) participeren(jullie) participeerden
(gij) participeert(gij) participeerdet
(zij) participeren(zij) participeerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) participere(dat ik) participeerde
(dat jij) participere(dat jij) participeerde
(dat hij) participere(dat hij) participeerde
(dat wij) participeren(dat wij) participeerden
(dat jullie) participeren(dat jullie) participeerden
(dat gij) participeret(dat gij) participeerdet
(dat zij) participeren(dat zij) participeerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
participeerparticipeert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
participerend, participerende(hebben) geparticipeerd

Vertalinge

Afrikaansdeelneem
Duitsbeteiligen; mitmachen; teilnehmen an
Engelsparticipate
Esperantopartpreni; partopreni
Faroëestaka lut; vera við
Katalaansparticipar
Poolsuczetniczyć
Saterfriesbedeeligje; deelnieme; meemoakje
Wes‐Friesdielnimme