Informasie oor die woord gereedmaken (Nederlands → Esperanto: pretigi)

Sinonieme: bereiden, klaarmaken, klaren, gereed maken, toebereiden, verzetten, in gereedheid brengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɣəˈretmakə(n)/
Afbrekingge·reed·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) dmaak gereed(ik) maakte gereed
(jij) dmaakt gereed(jij) maakte gereed
(hij) dmaakt gereed(hij) maakte gereed
(wij) maken gereed(wij) maakten gereed
(jullie) maken gereed(jullie) maakten gereed
(gij) dmaakt gereed(gij) maaktet gereed
(zij) maken gereed(zij) maakten gereed
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) gereedmake(dat ik) gereedmaakte
(dat jij) gereedmake(dat jij) gereedmaakte
(dat hij) gereedmake(dat hij) gereedmaakte
(dat wij) gereedmaken(dat wij) gereedmaakten
(dat jullie) gereedmaken(dat jullie) gereedmaakten
(dat gij) gereedmaket(dat gij) gereedmaaktet
(dat zij) gereedmaken(dat zij) gereedmaakten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak gereedmaakt gereed
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gereedmakend, gereedmakende(hebben) gereedgemaakt

Vertalinge

Afrikaansvoltooi
Deensfuldende
Duitszurichten
Engelsprepare
Esperantopretigi
Fransapprêter; goupiller
Hongaarskészít
Italiaansapprestare; preparare
Portugeesaparelhar; aprontar; preparar
Saterfriestougjuchte
Spaansdisponer; preparar
Wes‐Friesklearmeitsje