Informasie oor die woord aardappel (Nederlands → Esperanto: terpomo)

Sinonieme: patat, pieper

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈaːrdɑpəl/
Afbrekingaard·ap·pel
Geslagmanlik
Meervoudaardappels, aardappelen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
aardappeltjeaardappeltjes

Voorbeelde van gebruik

Die wist alleen hoe je aardappels moest koken en eitjes bakken.
De aardappelen die Walkers gebruikt, worden geproduceerd in Groot‐Brittannië, maar veel andere ingrediënten worden geïmporteerd.
„U haalt me de woorden uit de mond, als ik me zo mag uitdrukken”, sprak deze, een aardappel schillend.
Vrouwen die de pui aan het schrobben waren of aardappelen schilden op de bank voor het huis, stoven naar binnen.
Is er misschien nog iemand die aardappels wil?

Vertalinge

Afrikaansaartappel; ertappel
Albaniespatate
Deenskartoffel
DuitsKartoffel
Engelspotato; spud
Esperantoterpomo
Franspomme de terre
Italiaanspatata
Jamaikaanse Patoispitieta
Noorsjordeple; potet
Papiamentsbatata
Portugeesbatatinha; batata
Skotstattie
Sweedspotatis
Walliescloronen; taten; pytaten
Wes‐Friesearpel; ierappel; ierdappel; jirpel; ierpel