Informasie oor die woord wambuis (Nederlands → Esperanto: kamizolo)

Sinonieme: kamizool, buis, borstrok

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈʋɑmbœy̯̯̯s/
Afbrekingwam·buis

Voorbeelde van gebruik

Een omroeper, gekleed in een tweekleurige broek en wambuis, groen en rood, sprong het schavot op.
Toen zij zich op zijn ellebogen oprichtte, zag hij dat hij zijn bruin, versleten wambuis weer aan had.
Hij had zijn wambuis strak dichtgeknoopt, en aan zijn handen droeg hij lange handschoenen met halve vingers.

Vertalinge

DuitsBrustwams; Kamisol; Wams; Unterjacke
Engelsjerkin; doublet
Esperantokamizolo
Spaanscamiseta; camisón