Informasie oor die woord integriteit (Nederlands → Esperanto: honesteco)

Sinonieme: eerlijkheid, netheid

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/inteɣriˈtɛi̯t/
Afbrekingin·te·gri·teit
Geslagvroulik

Voorbeelde van gebruik

Moszkowicz heeft de integriteit van de advocatuur schade toegebracht, oordeelt de raad.
Petchynoff had grote eerbied gehad voor zijn integriteit en zijn wilskracht.

Vertalinge

Afrikaansintegriteit; eerlikheid
DuitsEhrlichkeit; Redlichkeit; Rechtschaffenheit; Anständigkeit; Ehrbarkeit; Ehrenhaftigkeit
Engelsintegrity
Esperantohonesteco; honesto
Italiaansonestà
Papiamentshonestidat; honrades
Poolsuczciwość
Thaiธรรม
Wes‐Friesearlikens