Informasie oor die woord geestelijke (Nederlands → Esperanto: kleriko)

Sinoniem: clericus

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɣestələkə/
Afbrekinggees·te·lij·ke
Geslagnatuurlik
Meervoudgeestelijken

Voorbeelde van gebruik

„Zijn jullie christenen,” zei de prior, „en durven jullie zo tegen een geestelijke spreken?”
Toen zijn vader hoorde van zijn bedenkingen, stelde deze voor dat Charles geestelijke zou worden.
Hoge geestelijken maakten hem vervolgens uit voor ongelovige.

Vertalinge

Afrikaansgeestelike
Deensgejstlig; præst
DuitsKleriker; Geistlicher; Priester; Klerus
Engelsclergyman; cleric; churchman
Engels (Ou Engels)clerc
Esperantokleriko; ekleziulo
Finspappi
Fransabbé
Italiaansecclesiastico
Latynclericus
LuxemburgsGeeschtlechen
Portugeespadre; clérigo
SaterfriesGäistelke
Skotsmeenister
Spaansclérigo; eclesiástico
Sweedspräst
Wes‐Friesgeastlike