Informasie oor die woord lichaam (Nederlands → Esperanto: korpo)

Sinoniem: lijf

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈlɪxam/
Afbrekinglich·aam
Geslagonsydig
Meervoudlichamen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
lichaampjelichaampjes

Voorbeelde van gebruik

Zijn hele lichaam deed pijn door het hanteren van het stuurrad.
Veertig lichamen vingen als levende zandzakken de eerste stoot op.
Het was alsof ik in het geheel geen lichaam meer bezat.

Vertalinge

Afrikaansliggaam
Deenskrop; legeme
DuitsKörper; Leib; Rumpf
Engelsbody
Engels (Ou Engels)lic; lichoma; lichama
Esperantokorpo
Faroëeskroppur; likam
Finsruumis
Franscorps
Grieksκορμί; σώμα
Hongaarstest
Italiaanscorpo
Kabilieslebden; lǧetta
Katalaanscos
Latyncorpus
LuxemburgsLäif
Maleisbadan
Noorslegeme
Papiamentsbòdi; kurpa
Poolsciało
Portugeescorpo
Roemeenscorp; trup
Russiesтело; туловище
SaterfriesKörper; Lieuw
Spaanscuerpo
Srananskin
Swahilimwili
Sweedskropp; lekamen
Tagalogkatawán
Thaiกาย; ร่าง; รางกาย; ร่างกาย; ตัว
Tsjeggiestělo
Turksbeden; gövde; vücut
Wes‐Frieslea; lichem; liif
Yslandskroppur; líkami