Informasie oor die woord alibi (Nederlands → Esperanto: alibio)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈalibi/
Afbrekingali·bi
Geslagonsydig
Meervoudalibi’s

Voorbeelde van gebruik

Maar Tredwell heeft een alibi op dat punt.
Nöjd zegt dat hij een alibi heeft voor de zeventiende.
Ik zou meer hebben aan een alibi voor vannacht.
De politie verhoorde de twee mannen maar hun alibi’s bleken waterdicht.
We hebben allemaal toch een zeker alibi.
En de hele bende zou natuurlijk alibi’s hebben.

Vertalinge

Afrikaansalibi
Deensalibi
DuitsAlibi
Engelsalibi
Esperantoalibio
Fransalibi
Hongaarsalibi
Katalaansàlibi; coartada
Portugeesálibi
SaterfriesAlibi
Spaanscoartada
Tsjeggiesalibi
Wes‐Friesaliby