Informasie oor die woord ongerustheid (Nederlands → Esperanto: maltrankvilo)

Sinonieme: beduchtheid, bezorgdheid, zorg

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɔŋɣəˈrɵstɦɛi̯t/
Afbrekingon·ge·rust·heid
Geslagvroulik

Voorbeelde van gebruik

Zijn ongerustheid viel te begrijpen.
Tegen de avond stond hij dan ook in grote ongerustheid aan de kant van de weg.
Liraels ongerustheid over haar gebrek aan ervaring met boten werd minder toen ze besefte dat ze bijna niets hoefde te doen.

Vertalinge

Afrikaanskommer; kommernis
DuitsUnruhe
Engelsanxiety; disquiet; unease; disquietude
Esperantomaltrankvilo; maltrankvileco
Fransinquiétude; souci
Grieksάγχος; αγωνία
Poolsniepokój
Portugeesansiedade; inquietação