Informasie oor die woord hoogheid (Nederlands → Esperanto: moŝto)

Sinonieme: eerwaarde, majesteit

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɦoɡɦɛi̯t/
Afbrekinghoog·heid
Geslagvroulik

Voorbeelde van gebruik

Zijne hoogheid vertrouwt erop dat het oponthoud beperkt zal blijven.
Het gerucht gaat dat de overledene een koninklijke hoogheid was.
Maar ik zal uwe hoogheid gehoorzamen.

Vertalinge

Afrikaansmajesteit
DuitsEminenz; Erlaucht; Exzellenz; Hoheit; Majestät
Engelshighness
Esperantomoŝto
Faroëeshátign
Fransseigneurie
Portugees<título geral de cortesia>
SaterfriesEminenz; Exzellenz; Hohaid; Majestät
SpaansMajestad