Informasie oor die woord loochenen (Nederlands → Esperanto: nei)

Sinoniem: ontkennen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈloxənə(n)/
Afbrekinglooch·e·nen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) loochen(ik) loochende
(jij) loochent(jij) loochende
(hij) loochent(hij) loochende
(wij) loochenen(wij) loochenden
(jullie) loochenen(jullie) loochenden
(gij) loochent(gij) loochendet
(zij) loochenen(zij) loochenden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) loochene(dat ik) loochende
(dat jij) loochene(dat jij) loochende
(dat hij) loochene(dat hij) loochende
(dat wij) loochenen(dat wij) loochenden
(dat jullie) loochenen(dat jullie) loochenden
(dat gij) loochenet(dat gij) loochendet
(dat zij) loochenen(dat zij) loochenden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
loochenloochent
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
loochenend, loochenende(hebben) geloochend

Vertalinge

Afrikaansontken
Deensnægte; benægte
Duitsleugnen; verneinen
Engelsdeny
Esperantonei; maljesi; negi
Faroëesnokta; sýta
Fransnier
Italiaansnegare
Latynabnuere
Noorsnekte; benekte
Papiamentsdesmintí; minti; nenga
Portugeesdizer não; negar
Saterfriesbenoadje; löägenje; nit ounnieme
Spaansnegar
Sweedsförneka; neka
Yslandsneita