Informasie oor die woord oprekken (Nederlands → Esperanto: plivastigi)

Sinonieme: uitbreiden, uitleggen, verruimen, verwijden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔprɛkə(n)/
Afbrekingop·rek·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) rek op(ik) rekte op
(jij) rekt op(jij) rekte op
(hij) rekt op(hij) rekte op
(wij) rekken op(wij) rekten op
(jullie) rekken op(jullie) rekten op
(gij) rekt op(gij) rektet op
(zij) rekken op(zij) rekten op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) oprekke(dat ik) oprekte
(dat jij) oprekke(dat jij) oprekte
(dat hij) oprekke(dat hij) oprekte
(dat wij) oprekken(dat wij) oprekten
(dat jullie) oprekken(dat jullie) oprekten
(dat gij) oprekket(dat gij) oprektet
(dat zij) oprekken(dat zij) oprekten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rek oprekt op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
oprekkend, oprekkende(hebben) opgerekt

Vertalinge

Afrikaansuitbrei
Engelsamplify
Esperantoplivastigi
Fransagrandir; amplifier
Hongaarsszélesít
Italiaansingrandire
Portugeesampliar; aumentar; desenvolver; estender
Wes‐Friesútwreidzje