Informasie oor die woord engel (Nederlands → Esperanto: anĝelo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɛŋəl/
Afbrekingen·gel
Geslagmanlik
Meervoudengelen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
engeltjeengeltjes

Voorbeelde van gebruik

En toch bracht zijn instrument klanken voort als van de engelen in de hemel.
Of hij een engel is of een sterveling doet niet ter zake.

Vertalinge

Afrikaansengel
Deensengel
DuitsEngel
Engelsangel
Engels (Ou Engels)engel
Esperantoanĝelo
Faroëeseingil
Finsenkeli
Fransange
Grieksάγγελος; αγγελούδι
Grieks (Ou Grieks)ἅγγελος
Hongaarsangyal
Italiaansangelo
Jamaikaanse Patoisienjel
Katalaansàngel
Latynangelus
Papiamentsangel
Poolsanioł
Portugeesanjo
Russiesангел
SaterfriesÄngel
Spaansángel
Srananboskopuman
Swahilimalaika
Sweedsängel
Tsjeggiesanděl
Turksmelek
Wes‐Friesingel
Yslandsengill