Informasie oor die woord oma (Nederlands → Esperanto: avino)

Sinonieme: bes, best, bestemoer, bestje, grootmoeder

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈoma/
Afbrekingoma
Geslagvroulik
Meervoudoma’s

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
omaatjeomaatjes

Voorbeelde van gebruik

Ik diepte een boek op uit m’n tas en ging zitten lezen, in de hoop dat ik hierdoor gevrijwaard zou worden van verdere samenspraak met de oma’s.

Vertalinge

Afrikaansouma
Albaniesgjyshe
Deensbedstemoder
DuitsGroßmutter; Oma
Engelsgrandmother
Esperantoavino
Faroëesomma
Fransaïeule; grand‐mère
Hawaiïeskupuna wahine
Italiaansnonna
Jamaikaanse Patoisgranmada
Jiddisjבאָבע
Katalaansavia
Latynavia
Maleisnenek
Noorsbestemor
Papiamentsmadú; madushi; wela
Poolsbabka
Portugeesavó
Russiesбабушка
SaterfriesBääsje; Grootmuur; Ooldmääme
Skots-Gaeliesseanmhair
Spaansabuela
Swahilibibi
Tsjeggiesbabička
Turksbüyükanne
Wes‐Friesbeppe; oarremem
Yslandsamma