Informasie oor die woord vaccin (Nederlands → Esperanto: vakcino)

Sinonieme: bosbezie, entstof, vaccine

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/vɑkˈsɛ̃/
Afbrekingvac·cin
Geslagonsydig
Meervoudvaccins

Voorbeelde van gebruik

Het vaccin wordt naar uw dokter gestuurd en u moet morgenmiddag om vier uur bij hem komen.
De veiligheid van een Zuidafrikaans vaccin wordt op dit moment onderzocht.
De andere, die met het vaccin waren behandeld, bleven in leven.

Vertalinge

Afrikaansentstof
DuitsVakzine; Vakzin
Engelsvaccine
Esperantovakcino
Faroëeskoppseting
Italiaansmirtillo
Katalaansvacuna
Noorsvaksinasjon
Portugeesvacina
Sweedsvaccin