Informasie oor die woord kleinigheid (Nederlands → Esperanto: bagatelo)

Sinonieme: bagatel, beuzelarij, futiliteit, onbenulligheid, wissewasje, habbekras, habbekrats

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈklɛi̯nəxɦɛi̯t/
Afbrekingklei·nig·heid
Geslagvroulik
Meervoudkleinigheden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kleinigheidjekleinigheidjes

Voorbeelde van gebruik

Maar heer Bommel had geen oog voor die kleinigheden.

Vertalinge

Afrikaansonbenulligheid
DuitsBagatelle; Kleinigkeit; Nichtigkeit; Lappalie
Engelstrifle; bagatelle
Esperantobagatelo; malgravaĵo
Fransbabiole; bagatelle; bibelot; brimborion; futilité; minutie; misère; vétille
Hongaarsbagatell; semmiség
Italiaansinezia
Katalaansbagatel·la
Papiamentsbagatèl
Portugeesbagatela; bugiganga; futilidade; minúncia; nuga
Russiesбезделица; мелочь
SaterfriesKlöäteräi; Lapkroam; Minnigaid; Skäät
Spaansbagatela; friolera