Informasie oor die woord bizon (Nederlands → Esperanto: bizono)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈbizɔn/
Afbrekingbi·zon
Geslagmanlik
Meervoudbizons

Voorbeelde van gebruik

Hoe men bizons jaagt, had ik vaak gelezen.
De optocht der bizons duurde drie volle uren en de weg werd niet eerder vrij dan tegen de avond.

Vertalinge

Afrikaansbison
Deensbison
DuitsBison
Engelsbison
Esperantobizono
Finsbiisoni
Fransbison
Hongaarsbölény
Italiaansbisonte
Katalaansbisó
Maleisbison
Noorsbison
Papiamentsbison
Portugeesbisão; bisonte
Roemeensbizon
Russiesбизон
SaterfriesBison
Spaansbisonte
Sweedsbison
Tsjeggiesbizon; zubr
Turksbizonu