Informasie oor die woord dol (Nederlands → Esperanto: freneza)

Sinonieme: bezeten, dolzinnig, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig, zot, krankjorum

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/dɔl/
Afbrekingdol

Trappe van vergelyking

Stellende trapdol
Vergrotende trapdoller
Oortreffende trapdolst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefdoldoller(het) dolst, (het) dolste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervouddolledolleredolste
Onsydige enkelvouddoldollerdolst
Meervouddolledolleredolste
Bepaalddolledolleredolste
Partitiefdolsdollers 

Voorbeelde van gebruik

Dit is toch al te dol!
Is dan niets u te dol?

Vertalinge

Afrikaanskranksinnig
Deenssindssyg
Duitsirre; toll; verrückt; wahnsinnig; irrsinnig; von Sinnen
Engelsmad; wild; wacky
Esperantofreneza
Faroëesfrá sær sjálvum; vitleysur
Finshullu
Fransaberrant; agité; fou; cinglé
Italiaansmatto
Katalaansboig boja; foll
Latynamens; astrosus; ceritus; cerebrosus; demens; cerritus
Maleisgila
Papiamentsloko
Portugeesinsano; louco
Russiesбезумный
Saterfriesdul; in sin Woan; maal; rappelich; roasend; truchtroald
Spaansalienado; frenético; loco
Srananlaw
Sweedsdåraktig; förryckt; galen; stollig; tok; tokig; vansinnig; vriden
Tagalogloko
Thaiบ้า
Tsjeggiesbláznivý; šílený
Turksçılgın
Wes‐Friesdûm; dwylsinnich; sljochtsinnich