Informasie oor die woord maandag (Nederlands → Esperanto: lundo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈmandɑx/
Afbrekingmaan·dag
Geslagmanlik
Genitiefmaandags
Meervoudmaandagen

Voorbeelde van gebruik

Op maandag kunnen meer dan 120 vluchten niet doorgaan.
Afgelopen maandag werden nog Iraniërs in Damascus gedood.
De aanvallen van maandag hadden ook effect op Moldavië.
Bij een Oekraïense aanval op de havenstad Feodosija op de Krim is in de nacht van maandag op dinsdag een dode gevallen.
Als ik zo op mijn leven terugkijk, was het naar mijn gevoel altijd maandag.

Vertalinge

AfrikaansMaandag
Albanieshënë
Deensmandag
DuitsMontag
EngelsMonday
Esperantolundo
Faroëesmánadagur
Finsmaanantai
Franslundi
GrieksΔευτέρα
Hongaarshétfő
Italiaanslunedì
Jamaikaanse PatoisMonde
Katalaansdilluns
MaleisSenin
Nederduitsmåndag
Noorsmandag
Papiamentsdjaluna
Poolsponiedziałek
Portugeessegunda‐feira
Roemeensluni
SaterfriesMoundai
SkotsMonanday
Skots-GaeliesDi‐luain
Spaanslunes
Srananmunde
SwahiliJumatatu
Sweedsmåndag
Thaiวันจันทร์
Tsjeggiespondělí
Turkspazartesi
Walliesdydd Llun
Wes‐Friesmoandei
Yslandsmánudagur