Informasie oor die woord leeg (Nederlands → Esperanto: malplena)

Sinonieme: hol, ledig, lens, loos

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/lex/
Afbrekingleeg

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudlege
Onsydige enkelvoudleeg
Meervoudlege
Bepaaldlege
Partitiefleegs

Voorbeelde van gebruik

Deze mand was niet leeg.
Een haastige blik overtuigde hem ervan dat deze leeg was.
Heer Bommel liep achter Joost aan naar de eetkamer en wierp een afkeurende blik op de lege tafel.

Vertalinge

Afrikaansleeg
Albaniesçmbush
Deenstom
Duitsleer
Engelsempty; void
Esperantomalplena
Faroëestómur
Finstyhjä
Fransvide
Hongaarsüres
Italiaansvuoto
Jamaikaanse Patoisemti
Katalaansbuit
Latyninanis; vacuus
Maleiskosong; leher
Noorstom
Papiamentsbashí
Portugeesvácuo; vazio
Roemeensgol
Saterfriesloos
Skotsempy; tuim
Spaansvacío
Srananleygi; popo; soso
Sweedstom
Tsjeggiesjalový; prázdno; prázdný
Turksboş
Wes‐Friesleech
Yslandstómur