Information über das Wort gezoem (Niederländisch → Esperanto: zumado)

Synonyme: gebrom, gegons, geronk, suizelen, suizeling, zoemen

WortartSubstantiv
Aussprache/ɣəˈzum/
Trennungge·zoem
Geschlechtsächlich

Gebrauchsbeispiele

Zijn gedachten werden gestoord door een gezoem achter hem, en toen hij zich omkeerde, zag hij een glanzend voertuig naderen.
Zijn aandacht werd getrokken door een zacht gezoem.
Maar na enige tijd werd de aandacht van de laatste afgeleid door een aanzwellend gezoem.

Übersetzungen

DeutschGesumm; Summen; Gesumme; Schwirren
Englischbuzz
Esperantozumado
Portugiesischzumbido; zunido; zunzum
Schwedischsurr