Information über das Wort voelen (Niederländisch → Esperanto: sensi)

Synonym: waarnemen

WortartVerb
Aussprache/ˈvulə(n)/
Trennungvoe·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) voel(ik) voelde
(jij) voelt(jij) voelde
(hij) voelt(hij) voelde
(wij) voelen(wij) voelden
(jullie) voelen(jullie) voelden
(gij) voelt(gij) voeldet
(zij) voelen(zij) voelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) voele(dat ik) voelde
(dat jij) voele(dat jij) voelde
(dat hij) voele(dat hij) voelde
(dat wij) voelen(dat wij) voelden
(dat jullie) voelen(dat jullie) voelden
(dat gij) voelet(dat gij) voeldet
(dat zij) voelen(dat zij) voelden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
voelvoelt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
voelend, voelende(hebben) gevoeld

Gebrauchsbeispiele

Hij voelde hoe hij van de grond werd getild en hij had het gevoel dat hij vloog.
Er kwam rook in Bilbo’s ogen en hij kon de hitte van de vlammen voelen.
De beving werd onder meer gevoeld in Singapore, Thailand, Maleisië en India.

Übersetzungen

Deutschfühlen
Englischsense; feel
Esperantosensi
Färöerischkenna; sansa