Information über das Wort vlammen (Niederländisch → Esperanto: flami)

Synonym: laaien

WortartVerb
Aussprache/ˈvlɑmə(n)/
Trennungvlam·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vlam(ik) vlamde
(jij) vlamt(jij) vlamde
(hij) vlamt(hij) vlamde
(wij) vlammen(wij) vlamden
(jullie) vlammen(jullie) vlamden
(gij) vlamt(gij) vlamdet
(zij) vlammen(zij) vlamden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vlamme(dat ik) vlamde
(dat jij) vlamme(dat jij) vlamde
(dat hij) vlamme(dat hij) vlamde
(dat wij) vlammen(dat wij) vlamden
(dat jullie) vlammen(dat jullie) vlamden
(dat gij) vlammet(dat gij) vlamdet
(dat zij) vlammen(dat zij) vlamden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vlammend, vlammende(hebben) gevlamd

Übersetzungen

Deutschflammen; entflammt sein; in Flammen stehen; lodern
Englischflame
Esperantoflami
Französischflamber
Portugiesischarder