Information über das Wort eik (Niederländisch → Esperanto: kverko)

Synonym: eikeboom

Wortart	Substantiv
Aussprache	/ɛi̯k/
Trennung	eik
Geschlecht	männlich
Mehrzahl	eiken

Verkleinerungswort
Einzahl	Mehrzahl
eikje	eikjes

Gebrauchsbeispiele

In alle vroegte was hij in de eik geklommen en had het drietal zien weggaan.

De paarden van de officieren stonden in de schaduw onder de eiken vastgebonden.

Wij zouden hem aan de hoogste tak van deze eik hebben opgehangen.

In de tuin staan zeer oude eiken.

Übersetzungen

Afrikaans	eikeboom
Albanisch	lis
Dänisch	eg
Deutsch	Eiche
Englisch	oak; oak‐tree
Englisch (Altenglisch)	ac
Esperanto	kverko; glanarbo
Färöerisch	eik
Finnisch	tammi
Französisch	chêne
Griechisch	βαλανιδία; δρυς
Isländisch	eik
Italienisch	quercia
Katalanisch	roure
Latein	quercus
Luxemburgisch	Eech
Malaiisch	ek
Norwegisch	eiketre; eik
Polnisch	dąb
Portugiesisch	carvalho
Rumänisch	stejar
Russisch	дуб
Saterfriesisch	Eeke; Eekenboom; eekene Boom
Schottisch Gälisch	darach
Schwedisch	ek
Scots	aik
Spanisch	roble
Thai	ไม้โอ๊ก; โอ๊ก
Tschechisch	dub
Türkisch	meşe
Ungarisch	tölgy; tölgyfa
Walisisch	derwen
Westfriesisch	iik; ikebeam; ikelbeam