Information über das Wort tranen (Niederländisch → Esperanto: larmi)

Synonyme: huilen, traanogen

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) traan(ik) traande
(jij) traant(jij) traande
(hij) traant(hij) traande
(wij) tranen(wij) traanden
(jullie) tranen(jullie) traanden
(gij) traant(gij) traandet
(zij) tranen(zij) traanden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) trane(dat ik) traande
(dat jij) trane(dat jij) traande
(dat hij) trane(dat hij) traande
(dat wij) tranen(dat wij) traanden
(dat jullie) tranen(dat jullie) traanden
(dat gij) tranet(dat gij) traandet
(dat zij) tranen(dat zij) traanden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
tranend, tranende(hebben) getraand

Übersetzungen

Deutschtränen
Englischweep
Esperantolarmi
Färöerischtára
Portugiesischderramar lágrimas; lacrimejar
Saterfriesischbläärje; drinsje; huulje; kriete; roorje; troonje; woupe