Information über das Wort instuderen (Niederländisch → Esperanto: studi)

Synonyme: bestuderen, studie maken van

WortartVerb
Aussprache/ˈɪnstyderə(n)/
Trennungin·stu·de·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) studeer in(ik) studeerde in
(jij) studeert in(jij) studeerde in
(hij) studeert in(hij) studeerde in
(wij) studeren in(wij) studeerden in
(jullie) studeren in(jullie) studeerden in
(gij) studeert in(gij) studeerdet in
(zij) studeren in(zij) studeerden in
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) instudere(dat ik) instudeerde
(dat jij) instudere(dat jij) instudeerde
(dat hij) instudere(dat hij) instudeerde
(dat wij) instuderen(dat wij) instudeerden
(dat jullie) instuderen(dat jullie) instudeerden
(dat gij) instuderet(dat gij) instudeerdet
(dat zij) instuderen(dat zij) instudeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
studeer instudeert in
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
instuderend, instuderende(hebben) ingestudeerd

Gebrauchsbeispiele

Zodoende kreeg Joost de kans zijn ingestudeerde vermaningen te beëindigen.
Men kan zich voorstellen dat Passepartout zijn rol nog niet ingestudeerd had.

Übersetzungen

Afrikaansbestudeer
Deutschstudieren
Englischstudy
Esperantostudi
Schwedischstudera
Spanischestudiar
Thaiศึกษา
Westfriesischbestudearje