Information über das Wort droogmaken (Niederländisch → Esperanto: sekigi)

Synonyme: drogen, uitdrogen

WortartVerb
Aussprache/ˈdroxmakə(n)/
Trennungdroog·ma·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) maak droog(ik) maakte droog
(jij) maakt droog(jij) maakte droog
(hij) maakt droog(hij) maakte droog
(wij) maken droog(wij) maakten droog
(jullie) maken droog(jullie) maakten droog
(gij) maakt droog(gij) maaktet droog
(zij) maken droog(zij) maakten droog
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) droogmake(dat ik) droogmaakte
(dat jij) droogmake(dat jij) droogmaakte
(dat hij) droogmake(dat hij) droogmaakte
(dat wij) droogmaken(dat wij) droogmaakten
(dat jullie) droogmaken(dat jullie) droogmaakten
(dat gij) droogmaket(dat gij) droogmaaktet
(dat zij) droogmaken(dat zij) droogmaakten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
maak droogmaakt droog
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
droogmakend, droogmakende(hebben) drooggemaakt

Übersetzungen

Afrikaansdroog
Dänischtørre
Deutschdörren; trocknen; austrocknen
Englischdry
Esperantosekigi
Färöerischturka
Französischsécher
Italienischseccare
Lateinassiccare
Papiamentoseka
Polnischsuszyć
Portugiesischenxugar; secar
Saterfriesischdruugje
Spanischsecar
Sranannati; drey
Tschechischoschnout; osušit; schnout; sušit; uschnout; usušit; vysušit
Westfriesischdrûchmeitsje; drûgje; druie