Information über das Wort reikhalzen (Niederländisch → Esperanto: sopiri)

Synonyme: hunkeren, hunkeren naar, smachten, smachten naar, verlangen, verlangen naar, zuchten, zuchten naar

WortartVerb
Aussprache/ˈrɛi̯kɦɑlzə(n)/
Trennungreik·hal·zen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) reikhals(ik) reikhalsde
(jij) reikhalst(jij) reikhalsde
(hij) reikhalst(hij) reikhalsde
(wij) reikhalzen(wij) reikhalsden
(jullie) reikhalzen(jullie) reikhalsden
(gij) reikhalst(gij) reikhalsdet
(zij) reikhalzen(zij) reikhalsden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) reikhalze(dat ik) reikhalsde
(dat jij) reikhalze(dat jij) reikhalsde
(dat hij) reikhalze(dat hij) reikhalsde
(dat wij) reikhalzen(dat wij) reikhalsden
(dat jullie) reikhalzen(dat jullie) reikhalsden
(dat gij) reikhalzet(dat gij) reikhalsdet
(dat zij) reikhalzen(dat zij) reikhalsden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
reikhalzend, reikhalzende(hebben) gereikhalsd

Übersetzungen

Dänischlængsel; kræve
Deutschsich ersehnen; sich sehnen
Englischyearn
Esperantosopiri
Färöerischleingjast eftir; suffa
Finnischkaivata
Französischaspirer; aspirer à; soupirer
Isländischþrá
Italienischbramare
Katalanischenyorar; sospirar
Norwegischlengte
Papiamentoanhelá
Portugiesischdar ais; suspirar; ter saudades de
Saterfriesischferloangje; jankje; joankje
Schwedischlängta efter; smäkta
Spanischanhelar; añorar; suspirar
Thaiใคร่; โหยหา
Türkischarzulamak
Ungarischsóvárog; vágyakozik