Information über das Wort chaos (Niederländisch → Esperanto: ĥaoso)

Synonyme: baaierd, rommel, wanorde, warboel

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈxaɔs/
Trennungcha·os
Geschlechtmännlich

Gebrauchsbeispiele

De Russische krijgsmacht is verzwakt door de chaos van vandaag.
In het Afrikaanse land, een van ’s werelds grootste cacaoproducenten, heerst grote chaos door een omstreden verkiezingsuitslag.
De daders hebben in de woning een grote chaos achtergelaten.
Volgens de autoriteiten is het al een chaos op de weg en in het openbaar vervoer en dreigen er nog grotere problemen, omdat meer sneeuw wordt verwacht.

Übersetzungen

Afrikaanschaos
Dänischrod
DeutschChaos; Wirrwarr
Englischchaos
Esperantoĥaoso; kaoso
Färöerischfløkja; ruðuleiki
Französischchaos
Griechischχάος
Italienischcaos
Katalanischcaos
Lateinchaos
Malaiischkekacauan
Papiamentobabel; bochincha; desòrden; kaos
Portugiesischcaos
Russischбеспорядок
SaterfriesischChaos
Schwedischkaos; oordning; trassel
Spanischcaos
Tschechischchaos; zmatek
Türkischkaos; karmakarışık hal
Westfriesischdisoarder; tizeboel