Information über das Wort frivool (Niederländisch → Esperanto: frivola)

Synonyme: lichtzinnig, wuft

Komparation

			Positive	Komparativ	Superlativ
Predikativ			frivool	frivoler	(het) frivoolst, (het) frivoolste
Attributiv	Unbestimmt	Männlicher und weiblicher Mehrzahl	frivole	frivolere	frivoolste
		Sächlicher Einzahl	frivool	frivoler	frivoolst
		Mehrzahl	frivole	frivolere	frivoolste
	Bestimmt		frivole	frivolere	frivoolste
	Partitiv		frivools	frivolers

Moeder kan elk ogenblik terugkomen, en dan zouden we pas goed onderhouden worden over frivool gedrag.

Een zure glimlach van Murgen stond gelijk met frivole uitspattingen bij een doorsnee mens.

Eerst vond hij haar maar frivool en excentriek.

Deutsch	frivol; leichtfertig; leichtsinnig; lose; locker; nichtig; geringfügig
Englisch	frivolous
Esperanto	frivola
Französisch	frivole
Portugiesisch	frívolo
Saterfriesisch	lichtfäidich
Spanisch	frívolo
Tschechisch	lehkomyslný