Information über das Wort 'vijandig' [dut] (epo: malamika)

Wortart	Adjektief
Aussprache	/vɛɪˈɑndəx/
Trennung	vij·an·dig

Komparation

Positive	vijandig
Komparativ	vijandiger
Superlativ	vijandigst

Deklination

			Positive	Komparativ	Superlativ
Predikativ			vijandig	vijandiger	(het) vijandigst, (het) vijandigste
Attributiv	Unbestimmt	Männlicher und weiblicher Mehrzahl	vijandige	vijandigere	vijandigste
		Sächlicher Einzahl	vijandig	vijandiger	vijandigst
		Mehrzahl	vijandige	vijandigere	vijandigste
	Bestimmt		vijandige	vijandigere	vijandigste
	Partitiv		vijandigs	vijandigers

De weinige keren dat ze toevallig met elkaar in contact waren gekomen, was zijn houding duidelijk vijandig geweest.

Zelfs al zouden we in staat zijn om in het donker uit onze schuilplaats te glippen, waar zouden we in deze onbekende en vijandige vallei dan moeten heen gaan om misschien toch nog te kunnen ontkomen?

Het gelach van de mannen werd meegevoerd door de wind en verried duidelijk hun vijandige bedoelingen.

Deutsch	feindlich; feindselig
Englisch	hostile
Englisch (Altenglisch)	fah
Esperanto	malamika
Französisch	adverse; ennemi; hostile
Latein	hosticus; hostifer; hostilis
Schwedisch	fientlig; illasinnad
Westfriesisch	fijannich

Information über das Wort vijandig (Niederländisch → Esperanto: malamika)

Komparation

Deklination

Gebrauchsbeispiele

Übersetzungen