Information über das Wort mantel (Niederländisch → Esperanto: mantelo)

Gebrauchsbeispiele

Er was alleen nog een stel druïden in bruine mantels, die in een hoekje van de zaal over hun eten zaten gebogen.

Het slechte weer deed de koning geen goed en hij had de mantel dicht om zich heen geslagen.

Hij zwaaide de mantel over de schouder en liep welgemoed naar het dorp.

Afrikaans	mantel
Deutsch	Mantel; Umhang
Englisch	cloak; mantle
Esperanto	mantelo
Färöerisch	hjáputur; kápa; møttul
Finnisch	takki
Französisch	manteau
Jiddisch	מאַנטל
Katalanisch	abric; aparença; capa; mantell
Latein	mantellum
Niederdeutsch	mantel
Norwegisch	kåpe
Papiamento	mantel
Polnisch	płaszcz
Portugiesisch	capa
Saterfriesisch	Hoaike; Manuskript; Moantel; Pälleriene; Uurhong
Schwedisch	kappa
Spanisch	capa; manto