Information über das Wort zelfvertrouwen (Niederländisch → Esperanto: memfido)

Synonym: zelfbewustheid

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈzɛlfərtrɑu̯ʋə(n)/
Trennungzelf·ver·trou·wen
Geschlechtsächlich

Gebrauchsbeispiele

Met het licht keerde het zelfvertrouwen terug en de stoet schoot nu sneller op.
Zijn zelfvertrouwen was teruggekeerd door de opbouwende kritiek die de oude zonderling hem de vorige dag gegeven had, en hij glimlachte dan ook toen hij de grijsaard bij zijn kunstwerk zag zitten.
Het was goed voor Orolandes’ zelfvertrouwen om deze machtige tovenaars zo uit hun element te zien.

Übersetzungen

Dänischselvtillid
DeutschSelbstvertrauen
Englischself‐confidence; confidence
Esperantomemfido
Färöerischsjálvsálit
Isländischsjálfstraust
Norwegischselvtillit
Schwedischsjälvförtroende