Information about the word doordrenken (Dutch → Esperanto: trempi)

Synonyms: indompelen, indopen, soppen

Part of speechverb
Pronunciation/dorˈdrɛŋkə(n)/
Hyphenationdoor·dren·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) doordrenk(ik) doordrenkte
(jij) doordrenkt(jij) doordrenkte
(hij) doordrenkt(hij) doordrenkte
(wij) doordrenken(wij) doordrenkten
(jullie) doordrenken(jullie) doordrenkten
(gij) doordrenkt(gij) doordrenktet
(zij) doordrenken(zij) doordrenkten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) doordrenke(dat ik) doordrenkte
(dat jij) doordrenke(dat jij) doordrenkte
(dat hij) doordrenke(dat hij) doordrenkte
(dat wij) doordrenken(dat wij) doordrenkten
(dat jullie) doordrenken(dat jullie) doordrenkten
(dat gij) doordrenket(dat gij) doordrenktet
(dat zij) doordrenken(dat zij) doordrenkten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
doordrenkdoordrenkt
Participles
Present participlePast participle
doordrenkend, doordrenkende(hebben) doordrenkt

Usage samples

Daarna doordrenkte ik een handdoek met water en legde die op zijn lichaam.

Translations

Catalanimmergir; sucar
Englishdip; immerse; soak; dunk
Esperantotrempi
Faeroesedrepa; dyppa
Frenchtremper
Germantauchen; eintauchen; tunken; eintunken
Portugueseimergir
Romanianînmuia
Saterland Frisianduukje; stipje; unnerduukje
Spanishbotar; empapar; mojar; sumergir