Information about the word decrypteren (Dutch → Esperanto: malĉifri)

Synonym: ontcijferen

Part of speechverb
Pronunciation/dekrɪpˈterə(n)/
Hyphenationde·cryp·te·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) decrypteer(ik) decrypteerde
(jij) decrypteert(jij) decrypteerde
(hij) decrypteert(hij) decrypteerde
(wij) decrypteren(wij) decrypteerden
(jullie) decrypteren(jullie) decrypteerden
(gij) decrypteert(gij) decrypteerdet
(zij) decrypteren(zij) decrypteerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) decryptere(dat ik) decrypteerde
(dat jij) decryptere(dat jij) decrypteerde
(dat hij) decryptere(dat hij) decrypteerde
(dat wij) decrypteren(dat wij) decrypteerden
(dat jullie) decrypteren(dat jullie) decrypteerden
(dat gij) decrypteret(dat gij) decrypteerdet
(dat zij) decrypteren(dat zij) decrypteerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
decrypteerdecrypteert
Participles
Present participlePast participle
decrypterend, decrypterende(hebben) gedecrypteerd

Usage samples

Hallo meneer De Malderé, ik heb het bestand niet kunnen decrypteren… ontcijferen bedoel ik.

Translations

Englishdecipher; decode; decrypt
Esperantomalĉifri; deĉifri; elkriptigi
Germandechiffrieren; entschlüsseln; dekodieren; entziffren; lösen
Spanishdescrifar