Information about the word onversaagd (Dutch → Esperanto: sentima)

Synonyms: boud, dapper, ferm, onvervaard, stout, stoutmoedig, vermetel, moedig

Part of speechadjective
Pronunciation/ɔnvərˈsaɡt/
Hyphenationon·ver·saagd

Declension

Predicative
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralonversaagde
Indefinite singularonversaagd
Pluralonversaagde
Definiteonversaagde
Partitiveonversaagds

Usage samples

Zo schreeuwende repte de onversaagde ambtenaar zich naar het poortje om de vloed tegen te houden en de aanwezige agenten snelden achter hem aan.
Maar de onversaagde wijnhandelaar had ronduit geweigerd.

Translations

Englishbold; courageous; fearless
Esperantosentima
Portugueseintrépido
Spanishosado