Information about the word wegschrapen (Dutch → Esperanto: forskrapi)

Synonyms: uitkrabben, uitvegen, uitvlakken, wegkrabben, wegschrappen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈʋɛxsxrapə(n)/
Hyphenationweg·schra·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) schraap weg(ik) schraapte weg
(jij) schraapt weg(jij) schraapte weg
(hij) schraapt weg(hij) schraapte weg
(wij) schrapen weg(wij) schraapten weg
(jullie) schrapen weg(jullie) schraapten weg
(gij) schraapt weg(gij) schraaptet weg
(zij) schrapen weg(zij) schraapten weg
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) wegschrape(dat ik) wegschraapte
(dat jij) wegschrape(dat jij) wegschraapte
(dat hij) wegschrape(dat hij) wegschraapte
(dat wij) wegschrapen(dat wij) wegschraapten
(dat jullie) wegschrapen(dat jullie) wegschraapten
(dat gij) wegschrapet(dat gij) wegschraaptet
(dat zij) wegschrapen(dat zij) wegschraapten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
schraap wegschraapt weg
Participles
Present participlePast participle
wegschrapend, wegschrapende(hebben) weggeschraapt

Usage samples

Toen schraapte hij de aarde weg en er kwam een steen voor de dag.

Translations

Englisherase; delete
Esperantoforskrapi; deskrapi
Frencheffacer en grattant
Germanabschaben