Information about the word gij (Dutch → Esperanto: vi)

Synonym: u

Part of speechpersonal pronoun
Pronunciation/ɣɛi̯/
Hyphenationgij

Usage samples

Gij werdt tweeënvijftig in 1993, met uw zes jaar levenslange voorsprong op mij.
En hoe denkt gij de reis te doen?
Gij werktet onverdroten.
En daarom zegt gij haar niets?
Jan, ik kwam u halen om de schapen te gaan tellen.
Weet gij wat mij verwondert?
Gij hadt ons verstoten.

Translations

Afrikaansu
DanishDe
Englishyou
Esperantovi
Finnishte
Frenchvous
GermanSie
Greekεσείς; εσύ
Greek (Old Greek)σύ
Icelandicþér
Low Germany
Luxemburgishdir; Dir
Malaykamu
Papiamentobo
Russianвы
Saterland FrisianJie
Scotsyou; ye
Swedishni
Thaiคุณ
West Frisianjo
Yiddishאיר